Een deel van ons brein werkt hetzelfde als het brein van de dinosaurussen in de oertijd. Dat brein helpt ons letterlijk om te overleven. Het zorgt o.a. voor de ademhaling, bloedsomloop, vertering. Allemaal functies waar we gelukkig niet over na hoeven te denken en wat ons brein vanzelf regelt.
Bij het opgroeien van een kind, ontwikkelt op een gegeven moment ook het zoogdierenbrein zich. Het brein wat onder andere verantwoordelijk is voor onze emoties, motivatie en het sociale gedrag. Tot slot ontwikkelt het mensenbrein. Het brein wat in de evolutie verreweg het jongst is en wat ons onderscheidt van dieren. Met dit deel van het brein kunnen we bijvoorbeeld nadenken, analyseren en keuzes maken.
Wanneer je ontspannen bent, lekker in je vel zit en wanneer de belangrijke behoeften zijn vervuld, kunnen de drie breindelen goed samenwerken. Je bent dan in principe in staat om na te denken en keuzes te maken. Op het moment dat bepaalde behoeften langere tijd niet vervuld worden, kan de spanning oplopen en dan ontstaat er stress. Ook kan er acute stress ontstaan als gevolg van een situatie, waarbij er bijvoorbeeld sprake is van een heftige emotie.
In de oertijd, de tijd van het reptielenbrein, betekende stress een situatie van leven of dood. Een dinosaurus had drie manieren om te overleven, tegenwoordig noemen we dit de overlevingsstrategieën:
– vechten (de andere dino aanvallen),
– vluchten (hard wegrennen)
– bevriezen (net doen alsof je dood bent).
Naast letterlijk vechten (schoppen, slaan, schreeuwen), zie je bijvoorbeeld ook gedrag als de discussie opzoeken, de stem verheffen, steeds ‘ja maar’ zeggen of de ander beschuldigen.
Bij vluchten gaat het niet altijd letterlijk om wegrennen, maar bijvoorbeeld steeds naar het toilet gaan, op de telefoon kijken of geen oogcontact meer maken.
Bij bevriezen ben je echt niet meer in staat om te handelen; je slaat dicht, zegt niks meer, plast in je broek, kan niet meer eten of drinken.
Steeds vaker wordt er ook een vierde strategie genoemd; pleasen of aanpassen. Waarbij je, om de veiligheid van jezelf te waarborgen, je zoveel mogelijk probeert aan te passen aan de ander.
Op het moment dat er stress ontstaat neemt het reptielenbrein dus de regie over. Het gaat in de ogen van dat breindeel om leven of dood. Dat betekent dat je niet meer kan nadenken, maar direct handelt of reageert. Dit kan bijvoorbeeld zijn als een kind zwaar overprikkeld uit school komt en direct achter de voordeur een woede-uitbarsting krijgt en dan zijn spullen door de hal smijt en verbaal tekeer gaat. Wat er dan bij de volwassene kan gebeuren is dat je daar erg van schrikt. Jouw reptielenbrein wordt ook actief, waardoor jij ook niet meer kunt nadenken. Er staan in dat geval twee briesende dino’s tegenover elkaar…
De verschillende breindelen kunnen op dat moment niet meer samen werken. Logisch nadenken en rustig reageren is geen optie. Het enige wat op dat moment van belang is, is dat het brein weer tot rust komt. Even weglopen uit de situatie, een paar keer diep ademhalen, een slokje water drinken zijn zaken die zorgen dat het lijf en ook het brein weer tot rust kunnen komen.
Met name voor kinderen kan het heel onveilig aanvoelen als het reptielenbrein in actie is. Ze zijn volledig zichzelf en de controle kwijt. Wat ze nodig hebben is iemand die er voor ze is. Die niet gaat vertellen wat ze anders moeten doen, maar die hen helpt om tot rust te komen. Er gewoon zijn. Rustig ademhalen en wachten tot het reptielenbrein weer tot rust komt.
Het is een valkuil om direct als het kind weer rustig is, het gesprek aan te gaan, te bespreken wat een kind anders had moeten doen. Bedenk je dat de stress op dat moment nog erg hoog is. Het duurt even voor al die stresshormonen weer uit het lijf zijn verdwenen. Het is beter om er op een later moment op terug te komen. ‘Het was niet fijn vanmiddag om zo boos te worden hè? Was het zo’n drukke dag geweest op school? Wat zou je een volgende keer fijn vinden?’
Op de afbeelding van Arend van Dam zie je links een ontspannen brein, er zijn geen heftige emoties. Belangrijke behoeften zijn vervuld en de breindelen kunnen goed samenwerken. Het mensenbrein heeft de leiding.
Rechts zie je een gestrest brein, er is een heftige emotie of er zijn belangrijke behoeften niet vervuld. In de ogen van het reptielenbrein gaat het om overleven, dus dit deel neemt de leiding.
Mocht je vanaf nu iemand uit zijn dak zien gaan, denk dan aan het reptielenbrein. Verwacht geen logische reactie of passend gedrag, maar zorg eerst voor rust in het brein. Het is nog beter om te voorkomen dat de stress oploopt. Dat heeft te maken met het leren kennen van je eigen behoeften en eventueel die van je kinderen. Wanneer belangrijke behoeften niet vervuld worden, zet je brein alles in om te proberen die behoeften toch te vervullen. En dat zijn niet altijd de handigste manieren.
Bovenstaande informatie komt van een artikel op Internet en uit de workshops van SOS Kinderen en Emoties die ik heb gegeven. Tijdens coaching komt de theorie eigenlijk altijd wel ter sprake. De afbeelding is vaak enorm verhelderend en brengt ook bewustwording hoe het komt dat er soms zo’n onvoorspelbaar gedrag is.
Gedrag is niet wie je bent!
Gedrag ontstaat door een combinatie van je emotie en je gevoel. Zodra je begrijpt wat emoties voor jou betekenen, welke functie ze hebben, kun je er grip op krijgen. Vervolgens kun je dan een prettige manier vinden om met je emoties om te gaan.
Mocht je vragen hebben of graag een coachtraject willen starten, stuur mij dan een bericht. Ik denk graag mee wat jou zou kunnen helpen.
Je kunt ook eens kijken op mijn website: www.praktijkzienderogen.nl. Daar vind je o.a. een gratis gids voor ouders van hoogsensitieve kinderen en veel informatie.
Liefs,
Wendy
P.s.1: Twijfel je of je een hoogsensitief persoon bent? Klik dan hier voor een test.
P.s.2: Ken je de podcasts ‘HSP wat moet ik ermee’? Klik hier om te luisteren via Spotify.
P.s.3: Wil je een opname van de Masterclass HSP & Emoties? Klik hier voor aanschaffen of meer informatie.
Ben je tevreden over Praktijk Zienderogen? Klik dan hier om een Google review achter te laten